Spelregels

Het spel wordt altijd gespeeld door twee teams.
Zo’n team bestaat uit één, twee of drie personen.
Bij teams van drie personen (triplet) heeft elke speler twee boules, bij twee personen (doublet) zijn dit drie boules.
Spelen er twee personen tegen elkaar (tête à tête), dan heeft elke speler drie boules.
Spelers gebruiken stalen boules met een diameter tussen 70.5 en 80 mm.
Het gewicht van de boules ligt tussen 650g en 800g.

Het but (cochonet) is van hout of kunststof gemaakt en heeft een diameter van 30 mm met een toegestane afwijking van +/- 1 mm.
Door loting wordt bepaald welk team begint.
Eén van de spelers van dit team kiest de plaats waar gespeeld zal worden.
Op de grond wordt een cirkel getekend met een diameter tussen de 35 en 50 centimeter.
Tijdens de eerste werpronde spelen alle spelers vanuit die cirkel, waarbij beide voeten binnen de cirkel op de grond moeten blijven.
De eerste speler gooit nu het but. Het moet blijven liggen op tenminste zes (6) en ten hoogste tien (10) meter van de cirkel.
Ook moet het but minstens één (1) meter van een obstakels verwijderd liggen.
Ligt het but op de goede plaats, dan gooit de eerste speler of een teamgenoot de eerste boule zo dicht mogelijk bij het but.

Er wordt altijd onderhands gegooid.
Dan is de tegenpartij aan de beurt om een boule dichter bij het but te krijgen.
Daarbij is het toegestaan een boule van de tegenstander of het but weg te stoten of te schieten (tireren).
Het team waarvan de boule het dichtst bij het but ligt heeft de leiding.
Het team dat de leiding niet heeft, probeert steeds een boule dichter bij het but te krijgen.

Daarbij mag ook de but worden weggespeeld om de eigen positie te verbeteren.
Heeft een team geen boules meer, dan maakt het andere team de werpronde af en probeert daarbij nog meer boules bij het but te krijgen.
Iedere boule die beter ligt dan de beste boule van de andere partij aan het einde van een werpronde levert een punt op.
Het winnende team krijgt per werpronde dus altijd een of meer punten, de verliezende partij geen.
Een speler van het team dat de vorige werpronde gewonnen heeft begint de volgende werpronde met het uitwerpen van de but.
Winnaar is het team die als eerste 13 punten heeft behaald.

Veel plezier.